Heksenjacht!

Jacobus bij de Tovenaar

Jacobus bij de Tovenaar

In dit schilderij van Pieter Bruegel vliegen de heksen door de lucht

"Maar meneer, het is toch heel dom dat die mensen toen geloofden in heksen?" Onbegrip over de acties van mensen in het verleden is een vrij veel voorkomend fenomeen bij leerlingen. Het is ook moeilijk om je in te leven in mensen die op een hele andere manier in het leven hebben gestaan dan zijzelf. Dat is ook de reden waarom we in de geschiedenisles vaak stilstaan bij standplaatsgebondenheid. Toch is dat niet het onderwerp van deze les.

Mensen hebben de neiging om de acties van anderen, die anders denken dan zijzelf, dom te vinden. Helemaal als ze niet begrijpen uit welke motieven bepaalde handelingen ontstaan. Ze begrijpen niet dat zijzelf ook vaak irrationeel gedrag vertonen. Deze les is er dan ook op gericht om leerlingen op het verkeerde been te zetten en ze op deze manier te confronteren met het feit dat ze zelf ook vatbaar zijn voor waanideeën.

Lesdoelen

  • De leerling kan verklaren waarom mensen zoeken naar een zondebok wanneer ze worden geconfronteerd met gebeurtenissen die ze niet kunnen verklaren.
  • De leerling kan verschillende functies benoemen van het stadsbestuur uit de middeleeuwen en hun rol.

Het geloof in heksen en vooral de vervolging van vrouwen vond eigenlijk niet plaats in de middeleeuwen. Het was juist in de 16de en 17de eeuw, toen mensen zich steeds meer begonnen te beroepen op rationaliteit en vooral op empirisme, dat de grote heksenvervolgingen plaatsvonden. Toch associëren veel mensen deze gebeurtenissen met de middeleeuwen.

Helemaal vreemd is dit niet als je weet dat een van de meest beruchte boeken ooit in deze periode is geschreven. In 1485 zag de Malleus Maleficarum, oftewel de heksenhamer, het licht. In een poging om de kerk en haar liturgie te vrijwaren van heidense gebruiken, begon de kerk steeds strenger op te treden tegen elementen die zij als abnormaal beschouwden. Het gevolg was een ware heksenjacht. De lagere schattingen hebben het over 40.000, terwijl de hoogste schattingen uitgaan van 100.000 slachtoffers, waarvan ongeveer 80% vrouw zou zijn.

Hoe konden ze dat ooit geloven?

Mensen zoeken altijd naar patronen. Dit is meestal ook een goed idee. Als je ziek wordt na het eten van een bepaalde plant, dan kan dat wel eens met elkaar te maken hebben. Maar deze methode kan ook verkeerde resultaten opleveren wanner we een verband veronderstellen dat er eigenlijk niet is. Soms is dit onschuldig. Veel mensen geloven dat de sterren en de stand van de planeten invloed hebben op ons leven hier op aarde. Astronomie is nog steeds een populair onderwerp dat in talloze tijdschriften een plekje vindt in de vorm van horoscopen.

Maar onze verslaving aan patronen kan ook zorgen voor veel ellende. In veel middeleeuwse steden werden klopjachten op Joodse mensen georganiseerd, doordat mensen bang waren dat zij verantwoordelijk waren voor de verspreiding van de pest. Een ander voorbeeld is de manier waarop verschillende volkeren de goden probeerden gunstig te stellen door middel van mensenoffers. Het idee was dat droogte of andere natuurrampen afgewend konden worden door het offeren van menselijk bloed. We zien dit geloof onder andere terug bij de Azteken, maar ook in Nederland zijn veenlijken gevonden die wetenschappers doen vermoeden dat mensen in deze regio ook waarde hebben gehecht aan dit soort praktijken.

In de les

Doel is om de leerlingen dus op het verkeerde been te zetten. Daarvoor kun je deze les gebruiken die ik heb gebaseerd op het spel weerwolven. In dit spel moeten de dorpelingen ontdekken wie de weerwolven zijn, die elke avond ervoor zorgen dat enkele dorpelingen om het leven komen. Het spel draait om de manier waarop tijdens de dag de dorpelingen iemand mogen aanwijzen die ze verdenken. Het grote verschil tussen dit spel is dat je nu niet achter de weerwolven aangaat, maar opzoek moet naar de heks!

De docent is bij ons spel de spelleider en verantwoordelijk voor het reilen en zeilen. Hij moet ervoor zorgen dat de juiste sfeer ontstaat. Elke ronde bestaat uit een dag en een nacht. Overdag mogen de burgers iemand aanwijzen die zij verdenken. De burgemeester zal vervolgens kiezen wie daadwerkelijk terecht zal staan. Deze persoon mag zich kort verdedigen. Vervolgens vraagt de burgemeester om een stemming, wanneer een meerderheid van de leerlingen kiest voor veroordeling dan mag de leerling niet meer meespelen en is hij of zij dood. Het is aan de docent om dit mooi in te kleden. Als de dag is geweest begint de avond en gaan de burgers slapen. De leerlingen mogen dan niet kijken en moeten met hun handen voor de ogen gebogen zitten. De docent geeft duidelijk aan dat nu de heksen mogen ontwaken. Maar er zijn alleen geen heksen. Waarom gaan er dan wel mensen dood? Aan het begin heeft de docent enkele kaarten uit gedeeld waarop de rol van pestlijder staat. Deze leerlingen zijn vanaf het begin van het spel al gedoemd om na enkele beurten uitgespeeld te zijn. De pest is namelijk de reden dat de burgers uit het dorp komen te overlijden. We houden de leerlingen dus behoorlijk voor de gek.

De docent kan kiezen voor twee verschillende manieren van aanpak. Je kunt leerlingen aantikken en op deze wijze doodverklaren. Je kan daarentegen er ook voor kiezen om meer pestkaarten te maken en leerlingen alleen op deze wijze te elimineren uit het spel. Belangrijk is wel dat je de indruk wekt zodat leerlingen denken dat elke avond op aanwijzingen van de heksen mensen doodgaan. Zodra de avond voorbij is en duidelijk is welke leerlingen het slachtoffer zijn geworden, ontwaakt het dorp en krijgen leerlingen de kans om op onderzoek uit te gaan. Dit proces van dag en nacht herhaalt zich totdat de docent vindt dat het punt gemaakt is.

In feite kan je als docent bepalen hoe je de verschillende rollen wilt inzetten. Belangrijk is dat leerlingen constant het idee hebben dat er daadwerkelijk één of meerdere heksen in het spel zijn. Het wantrouwen tussen leerlingen moet constant gestimuleerd worden. We willen dat leerlingen elkaar constant zwart maken en zoveel mogelijk leerlingen moeten worden doorverwezen naar de brandstapel. De docent kan ervoor kiezen om meer snelheid in het spel te brengen door leerlingen de rol van inquisiteur te geven. Deze leerlingen mogen nadat het dorp een leerling heeft veroordeeld, nog iemand aanwijzen die zonder verdediging per direct veroordeeld wordt.

De nabespreking is het belangrijkste bij deze werkvorm. Zorg dat je hier dan ook tijd genoeg voor over hebt. Kijk hoe leerlingen reageren op het moment dat je ze vertelt dat er nooit heksen aanwezig waren in het spel en dat de leerlingen die elke avond doodgingen zijn bezweken aan de pest. Bespreek met leerlingen hoe het kan dat ze zo makkelijk te overtuigen zijn en op te hitsen zijn. Wat is nu de overeenkomst tussen de mensen uit de middeleeuwse stad en zijzelf?